dinsdag 18 augustus 2015

Laatste dag Färöer eilanden.


Dag 36

Vandaag is het weer inpakdag. Alles lijkt zich in een sneltreinvaart af te spelen. Zo boek je in november 2014 een reisje IJsland en zo ben je alweer aan de laatste dagen bezig van deze vakantie. Nog even rondkijken op het eiland Vágar.

Eerst gaan we richting de luchthaven die op dit eiland ligt en dienst doet voor alle Färöer eilanden. Grappig om te zien zo’n piep kleine luchthaven waar maar twee of drie vluchten per dag worden uitgevoerd.
Je mag hier gratis parkeren (Dat is op Schiphol wel anders) Dat doen we dan ook en we gaan aan de koffie in het restaurant, waar we de enige gasten zijn, met nog twee mensen, in de wachtruimte. We worden niet onder de voet gelopen. Ook hier op de Färöer is een gratis refil gebruikelijk en dat doen we dan ook als rechtgeaarde Nederlanders. Daarna gaan we de excursie trip over het eiland voortzetten richting Bour.


Een schitterend dorpje, gelegen aan het eind van een dal, met prachtige kleine grashuisjes en een adembenemend uitzicht vanaf de kliffen over de zee. We brengen ruim de tijd door in het dorp en genieten van het weer dat sinds onze aankomst alleen nog maar zonnig is. We spreken mensen die hier een langer verblijf hadden gepland en die de laatste tien dagen alleen maar “Pluvius” op visite hebben gehad.


De volgende stap is naar het eiland Eysturoy, waar we de zuidkant ook nog willen bezoeken. Daar zijn we gisteren niet meer aan toe gekomen.



We stoppen op een parkeer plaats bij een kerk waar we de tent nog even uitleggen in de zon om hem nog verder te laten drogen. Het is wel een beetje winderig zodat het niet meevalt het exemplaar op de boden te houden maar een watertank en een zak haringen brengen uitkomst. Na een half uurtje lijkt de klus geklaard en pakken we de zaak weer zorgvuldig in en gaan verder richting Nes op het uiterste puntje van dit eiland.





Ook hier is de natuur vooral heel groen door het vele nat wat er per jaar naar beneden komt.
Je komt er ook niet uitgekeken, hele stukken leeg land, imposante bergruggen en prachtige dorpen en stadjes. Het is zeker geen miskleun om hier van boord te stappen op de terugreis van IJsland.


Om een uur of vijf gaan we richting Tórshavn, dat is nog een klein uurtje rijden vanaf hier. Als we bij de haven aankomen, parkeren we de auto op de grote parkeerplaats en gaan verder kijken in het oudste gedeelte van de stad, waar het gouvernement van de Färöer eilanden gevestigd is. Het zijn ook hier weer de prachtige huizen met de fraaie grasdaken die het beeld bepalen. Het zijn de blikvangers van Tórshavn als je aankomt met de boot.



We sluiten ons bezoek aan de Färöer af bij een piekfijn koffiehuis aan de haven met panini’s en pancake ’s. Daarna gaan we ons melden op het parkeerterrein van de haven en begint het lange wachten tot de M/S Norröna ons komt oppikken voor de laatste 34 uur richting vasteland van Europa.


Dit keer komt de boot van Hirtshals in Denemarken en niet van IJsland. Op de parkeerplaats zien we steeds dezelfde taferelen van onrustige mensen die een keer of 10 per kwartier op het horloge kijken “waar blijft die boot”. Ze stappen hun auto in en uit en nog geen boot. Er zijn er bij die ook alvast de lichten proberen en sommigen starten zelfs hun auto, zoals de man voor ons. Maar als hij er na een minuut of tien achter komt dat dit geen zin heeft, zet hij hem toch maar weer uit, tot opluchting van de “omstanders” op deze parkeerplaats, voordat deze met een koolmonoxide vergiftiging moeten worden opgenomen. Om 22.00 uur legt de M/S Norröna aan en begint het lossen van de boot. We nemen de tickets in ontvangst van de hut en wachten tot we aan boord kunnen.
En weer wordt her en der in de rijen met
auto’s geprobeerd of het voertuig nog wel wil starten. En dat terwijl we over een uurtje pas aan boord moeten rijden. 


En om weer mens te worden hebben ze aan boord 3 luxe hotpotten om weer af te koelen, maar daar is weinig animo voor.
Het hele schip moet eerst gelost worden en er zijn zeer veel vrachttrailers mee gekomen. Bij sommigen mensen hebben de zenuwen snel de overhand denken wij. Om 22.45 uur gaan de eerste auto’s aan boord en precies 23.30 uur vertrekken we richting Hirtshals



Dag 37

De zee is heel rustig en daar is Renée erg blij mee! We gaan na het ontbijt een rondje over het schip maken, maar al snel begint het te regenen. Het schip is maar voor de helft gevuld met passagiers, dus we hebben overal flink de ruimte. Als we gaan lunchen, kunnen we kiezen waar we willen gaan zitten en dat is heel anders als ruim 4 weken geleden, toen was het “vechten voor een plekje”. Je merkt dat het einde van de zomervakantie voor veel mensen in zicht is.

Als we ’s avonds nog even naar buiten gaan blijkt er een heel Deens koor te zitten die gezellig met elkaar zingen begeleid door hun eigen “orkest”.
Kennelijk hebben ze een “ongeveer” tijd afgesproken, want iedere paar minuten komen er meer koorleden naar buiten. Het is een gezellige boel en de tijd vliegt om.
We moeten morgenochtend om 6.30 uur de hut uit, dus maken we het niet zo laat.



                     De groene gekleurde lijnen op de kaart is de gereden route op IJsland 4372 km.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten